Dodenpoort.
Dat niet alle natuurwezens gaan over licht en schoonheid ondervond ik tijdens een wandeling door één van mijn favoriete bossen. Het is een plek waar heel veel leven is en nog redelijk ongeschonden voor Nederlandse maatstaven. Hier heb ik regelmatig contact met elven, watergeesten (het is een erg moerassig gebied), sylphen en ook de deva van dit gebied is inmiddels een goede bekende.
 
Op de dag waarop dit verhaal zich afspeelt liep ik, zoals zo vaak, buiten de gebaande paden. Lekker struinend door de bossen, klimmend over takken en je laten leiden door je gevoel. Heerlijk. Zo kom ik helemaal in mijn element en vind ik vaak de magische plekjes die me keer op keer blij maken en doen verwonderen over de schoonheid en diversiteit van de natuur. Wat ook gebeurt als ik zo lekker in mijn element zit is dat ik stop met denken. Ik ga gewoon en mijn benen verplaatsen zich als automatisch door de begroeiing heen en ik weet amper wat ik doe en waar dit heen leid tot ik op zo'n magisch plekje ben beland. Deze keer leiden mijn voeten me naar een poort en voordat ik het wist was ik er al door gesprongen. Mijn hoofd dacht; 'hé, een poort!' Maar op dat moment was ik er ook al door.
 
Dit was misschien wel niet heel erg handig, want ik kreeg direct een knallende hoofdpijn en ik voelde me zwaar uit het lood geslagen. Ik keek achterom naar de poort en daar zaten twee kleine, grijze wezens die waarschijnlijk nooit beroemd zullen worden om hun schoonheid, want ze waren echt lelijk. Goblins. Ze waren kwaad, want zij waren de poortwachters en het was is niet de bedoeling dat jan en alleman zomaar door deze poort heen springt. Het was een poort naar een onderwereld die zij bewaakten. Ik kon voelen wat daar in die lagere dimensie gebeurde, want een deel van mij was daar nu ook. Het was er zwart, koud en boordevol mensen en andere wezens die om wat voor reden dan ook vastzaten op deze plek. De goblins gaven mij te kennen dat dit niet de plek is waar ik thuishoor, ik moest weer terugkomen. Dit kon gebeuren door weer opnieuw door de poort te springen, maar dan in tegengestelde richting. Dit deed ik en prompt was mijn hoofdpijn weg en voelde ik me weer mijn normale zelf.
 
Ze bleven knorrig, ik had me niet aan de regels gehouden. Ook zijn ze gewend dat ze mensen angst aanjagen en dit bleek bij mij ook niet het geval te zijn. Ik bleek nogal een teleurstelling te zijn voor ze. Wat mijn ervaringen voor deze dag betrof vond ik dit allemaal wel even genoeg. Ik nam mezelf voor om niet zomaar weer door poorten te springen, enkel omdat de poort er was, maar voortaan eerst even te kijken en te voelen naar wat voor poort het eigenlijk is en waar die heen leidt. Ik was weer een klein beetje wijzer geworden deze dag, hihi! Maar de poort liet me niet los. Ik bleef erover nadenken en in gedachten ernaar terug gaan. Dus ben ik er later weer naartoe gegaan. Wat gebeurt er eigenlijk met hen die hier vastzitten? Waarom een poort als er niemand in of uit mag? Deze keer, bleef ik netjes voor de poort en stelde de goblins deze vragen. Zij vertelden dat er van tijd tot tijd andere, hogere wezens komen die entiteiten uit deze plek komen ophalen wanneer deze er klaar voor zijn. Zij wisten niet precies hoe dit dan werkt. 'Dat is niet onze taak.' 'Dat regelen die hogere wezens wel, wij zijn hier om te bewaken.' Ze vertelden ook dat zij waakten over dat 'dat deel van de mensheid en de schepping die de mensen liever niet zien en toch bij ze hoort.' De schaduwkant dus. Goblins zijn daarom ook gewend aan afwijzing door mensen, waarbij de mensen niet weten dat ze zichzelf afwijzen of in ieder geval een deel.
 
Ze hebben me veel geleerd. De schaduwkant bleek helemaal niet slecht te zijn. Het bleek een plek vol mogelijkheden en latente krachten. Het is een deel van jou, net als je lichtkracht. Het is een krachtbron die het leven voedt. Zowel de donkere als de lichte kant heb je nodig voor een vervullend bestaan en er is een kracht die deze twee overkoepeld en 'samen doet smelten tot eenheid'. Je zou dit het bronbewustzijn kunnen noemen, de staat van zijn voordat alles in dualiteit werd afgesplitst. Het is in de dualiteit waar groei mogelijk is, er ontstaat dynamiek. Daarom zullen we beiden kanten ten volle gaan ervaren om ze uiteindelijk weer samen te kunnen smelten tot één. Het is het wonderbaarlijke proces wat we 'leven' noemen en in ieder aspect ervan zit de heiligheid van de bron. In afgescheidenheid vinden we de verbinding weer, ondertussen bewust wordend...
 
Het leek er sterk op dat ik per ongeluk door die poort ben gesprongen. Nou ben ik er niet meer zo zeker van of dat wel zo per ongeluk was.